Jouw accountant in Alphen aan den Rijn en Amsterdam

Prinsjesdagspecial 2020

Welke voorstellen bevat het pakket Belastingplan 2021? De Prinsjesdagspecial, opgesteld in opdracht van de NBA, biedt een handzaam overzicht van de aangekondigde maatregelen.

Het pakket Belastingplan 2021 staat in het teken van het stimuleren van de economische groei in deze coronacrisis. Hiervoor zijn dan ook extra maatregelen opgenomen. Dat wil niet zeggen dat er niet vooruit wordt gekeken. Het kabinet geeft aan dat het juist in een crisis belangrijk is de blik op de toekomst vast te houden. Daarom zijn in het Belastingplan 2021 maatregelen voor nu én voor later opgenomen.

MAATREGELEN VOOR ALLE BELASTINGPLICHTIGEN

1. Arbeidskorting gaat omhoog
De arbeidskorting wordt in 2021 verhoogd met € 73. Deze verhoging was voorzien voor 2022 en wordt dus een jaar naar voren gehaald. Tegelijkertijd gaat de arbeidskorting vanaf 2021 met € 30 omlaag vanaf het tweede knikpunt (per saldo resteert een verhoging van € 43 vanaf het tweede knikpunt).

2. Wijziging inkomensafhankelijke combinatiekorting
De inkomensafhankelijke combinatiekorting daalt met € 113 in 2021 en stijgt vervolgens weer met € 77 vanaf 2022.

3. Wijzigingen in box 3
Het heffingsvrije vermogen in box 3 wordt met ingang van 1 januari 2021 verhoogd van € 30.846 naar € 50.000. Voor partners wordt het heffingsvrije vermogen verhoogd van € 61.692 naar € 100.000. De schijfgrenzen worden opnieuw vastgesteld, waarbij de tweede schijf begint bij een box 3-vermogen van € 100.000 en de derde schijf bij een vermogen van € 1.000.000. het belastingtarief in box 3 wordt verhoogd naar 31%.

4. Wijzigingen in de overdrachtsbelasting
Vanaf 2021 betalen huizenkopers van 18 tot 35 jaar geen overdrachtsbelasting meer bij aankoop van hun eerste woning. Huizenkopers vanaf 35 jaar betalen 2% overdrachtsbelasting. Daarnaast gaan beleggers juist meer betalen: van 6% naar 8%.

5. Verhoging algemene heffingskorting
De algemene heffingskorting wordt per 1 januari 2021 extra verhoogd met € 22, bovenop de € 60 die al gepland was.

6. Daling basistarief
In 2021 daalt het basistarief in de inkomstenbelasting van 37,35% naar 37,10%. Dit tarief geldt voor inkomens tot € 68.507. Het kabinet verlaagt dit tarief tussen 2022 en 2024 verder, tot uiteindelijk 37,03%.

7. Ouderenkorting verhoogd
De ouderenkorting wordt vanaf 2021 verhoogd. Ouderen met een jaarinkomen tot € 49.000 hebben hier voordeel van. De korting bedraagt maximaal € 1.703.

MAATREGELEN VOOR ONDERNEMERS

8. Verduidelijken berekeningswijze kleinschaligheidsinvesteringsaftrek
Per 1 januari 2021 wordt de berekeningswijze van de kleinschaligheidsinvesteringsaftrek (KIA) voor belastingplichtigen met meerdere ondernemingen en belastingplichtigen die deel uitmaken van een samenwerkingsverband verduidelijkt in de wet. Er wordt tevens benadrukt dat voor het bepalen van de hoogte van de KIA wordt uitgegaan van het investeringsbedrag per onderneming van de belastingplichtige en niet van het totaal aan investeringen voor alle ondernemingen van die belastingplichtige tezamen.

9. Aanpassen zelfstandigenaftrek
De afbouw van de zelfstandigenaftrek zal als volgt worden versneld:

  • vanaf 1 januari 2021 zal de zelfstandigenaftrek van € 7.030 worden verlaagd met € 360 per jaar (in plaats van met € 250 per jaar) tot en met 2027.
  • vanaf 1 januari 2028 zal de zelfstandigenaftrek met € 390 (in plaats van met € 280) worden verlaagd.
  • Vanaf 1 januari 2029 zal de zelfstandigenaftrek worden verlaagd met € 110 tot uiteindelijk € 3.240 in 2036.

10. Invoeren tijdelijke investeringskorting
Er komt een nieuwe tijdelijke investeringskorting, de Baangerelateerde InvesteringsKorting (BIK). Deze tijdelijke regeling (voor twee jaar) zorgt ervoor dat ondernemers blijven investeren in bijvoorbeeld nieuwe machines. Een percentage van de gedane investeringen kan dan in mindering worden gebracht op de af te dragen loonbelasting/premie volksverzekeringen.

Details van de regeling worden verder uitgewerkt. Voor de aanvraag en uitvoering van de BIK werken de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) en de Belastingdienst samen.

11. Invoeren vrijstelling voor de TOGS en de Subsidie vaste lasten
De Tegemoetkoming Ondernemers Getroffen Sectoren (TOGS) en de Regeling subsidie financiering vaste lasten MKB (Subsidie vaste lasten) zullen op grond van het Belastingplan 2021 niet tot de winst worden gerekend. Dit betekent dat beide vergoedingen worden vrijgesteld van belastingheffing.

MAATREGELEN VOOR WERKGEVERS

12. Fiscale behandeling Subsidieregeling bonus zorgprofessionals voor niet-werknemers
De bonus voor zorgprofessionals niet-werknemers krijgt een vergelijkbare fiscale behandeling als de bonus aan werknemers in de zorg. Dit betekent dat de bonussen van niet-werknemers eveneens als eindheffingsbestanddeel in aanmerking kunnen worden genomen. Hierdoor vormt de bonus geen belastbaar inkomen of belastbare winst voor de niet-werknemers.

Per 1 januari 2021 zal er tevens een tweede bonus beschikbaar worden gesteld van € 500.

13. Gerichte vrijstelling scholingskosten verruimd
Vanaf 1 januari 2021 kunnen ex-werknemers scholing krijgen die is vrijgesteld van loonheffing. De werkgever betaalt dan geen loonheffing over de scholingskosten. De Belastingdienst toetst of de ex-werknemer de scholing volgt om de arbeidsmarktpositie te verbeteren met als doel om een inkomen te verdienen. De werkgever geeft de scholingskosten op als eindheffing bij contractbeëindiging in de werkkostenregeling. De Belastingdienst berekent hier dan geen loonheffing over.

14. Verhoging vrije ruimte tijdelijk
In het Belastingplan 2021 is vastgelegd dat de verhoogde vrije ruimte naar 3% over de eerste € 400.000 van de loonsom van de werkgever alleen voor 2020 geldt.

15. Verlaging vrije ruimte bij loonsom vanaf € 400.000
Vanaf 1 januari 2021 wordt de vrije ruimte bij een loonsom vanaf € 400.000 verlaagd van 1,2% naar 1,18%.

16. Verduidelijken definitie publieke kennisinstellingen afdrachtvermindering S&O
Publieke kennisinstellingen zijn uitgesloten van het recht op afdrachtvermindering S&O. Per 1 januari 2021 is de wettelijke definitie van de term publieke kennisinstellingen verduidelijkt: een geheel of gedeeltelijk, meerjarig door de overheid gefinancierde onderzoeksorganisatie zonder winstoogmerk.

MAATREGELEN ONDERNEMERS IN DE VENNOOTSCHAPSBELASTING

17. Invoeren van een fiscale coronareserve
Per 1 januari 2021 is het wettelijk vastgelegd dat een onderneming voor de vennootschapsbelasting onder voorwaarden met de coronareserve een coronagerelateerd verlies uit 2020 versneld kan verrekenen met de winst uit 2019. De fiscale coronareserve heeft als doel om de liquiditeitspositie van belastingplichtigen vervroegd te verbeteren. Door het vormen van een fiscale coronareserve kan een belastingplichtige op een vroeger moment een liquiditeitsvoordeel behalen ten opzichte van reguliere verliesverrekening.

Het coronagerelateerde verlies betreft het verlies voor zover dat verband houdt met de gevolgen van de coronacrisis. Dat is bijvoorbeeld het geval wanneer sprake is van een omzetderving vanwege de door de overheid genomen coronamaatregelen, terwijl (vaste) lasten doorlopen. De fiscale coronareserve mag niet groter zijn dan de winst van het jaar 2019 die zou zijn behaald zonder de vorming van een fiscale coronareserve. De fiscale coronareserve wordt in het jaar volgend op het jaar waarin deze reserve is gevormd, volledig in de winst opgenomen.

18. Aanpassen tarieftabel van de vennootschapsbelasting
Per 1 januari 2021 zal het lage tarief van de vennootschapsbelasting verlaagd worden van 16,5% naar 15%. Vanaf 2021 geldt het lage tarief voor winsten tot € 245.000 in plaats van € 200.000. In 2022 zal deze grens verder verhoogd worden naar € 395.000.

19. Verhogen tarief innovatiebox
Per 1 januari 2021 worden alle winsten die behaald zijn met innovatieve activiteiten belast in  de vennootschapsbelasting tegen een tarief van 9%.

20. Aanpassen minimumkapitaalregel en bankenbelasting
Als gevolg van een recent arrest van de Hoge Raad kwalificeert aanvullend tier 1-kapitaal(AT1-kapitaal) van banken en verzekeraars fiscaal als schuld. Hierdoor kan de vergoeding over AT1kapitaal in aftrek worden gebracht bij het bepalen van de fiscale winst. Om dit te voorkomen wordt per 1 januari 2021 de minimumkapitaalregel zodanig aangepast dat AT1 niet langer meetelt als eigen vermogen voor de toepassing van deze maatregel en gaat de eigenvermogenratio van 8% naar 9%. Het AT1-arrest wordt binnen de financiële sector verder gedekt door middel van een eenmalige verhoging van de bankenbelasting in 2021.

21. Beperken liquidatie- en stakingsverliesregeling
Het wetsvoorstel liquidatie- en stakingsverliesregeling is naast het Belastingplan 2021 op Prinsjesdag ook naar de Tweede Kamer gestuurd. Hiermee komt per 2021 een einde aan het onbeperkt aftrekken van bepaalde verliezen in Nederland bij het beëindigen van bedrijfsactiviteiten in het buitenland.

22. Onbeperkt voorwaartse verliesverrekening
Per 1 januari 2022 zal  de voorwaartse verliesverrekening in de vennootschapsbelasting onbeperkt  worden. Er geldt echter wel een grens tot € 1 miljoen van de winst. Boven die € 1 miljoen zijn de verliezen slechts te verrekenen met 50% van de winst die uitgaat boven de eerste € 1 miljoen.

OVERIGE MAATREGELEN

23. Wijzigingen voor auto’s
Er wordt voorgesteld om in de Wet op de belasting van personenauto’s en motorrijwielen (WetBPM 1992) het belastbaar feit te vervroegen van de tenaamstelling in het kentekenregister naar de inschrijving in het kentekenregister. Ook wordt voorgesteld om het afschrijvingspercentage van een gebruikt motorrijtuig te bepalen op basis van de toestand van het gebruikte motorrijtuig op het moment van het onderzoek naar de identiteit van het motorrijtuig door de Dienst Wegverkeer (RDW) voor de inschrijving.

Daarnaast worden de CO2-grenzen en tarieven in de bpm voor personenauto’s per 1 januari 2021 aangescherpt. De CO2-schijfgrenzen worden verlaagd met 4,2%. De tarieven, de belastingbedragen per gram/km CO2-uitstoot, met uitzondering van de vaste voet worden eerst geïndexeerd en vervolgens verhoogd met 4,38%. Dit geldt eveneens voor de CO2-grens en het tarief voor de dieseltoeslag.

24. Korting op bijtelling elektrische auto met zonnepanelen
Voor elektrische auto’s met zonnepanelen geldt vanaf 2021 een korting op de bijtelling over de hele catalogusprijs. Het maakt daarbij dus niet uit hoe hoog de catalogusprijs is van deelektrische auto met zonnepanelen.

25. Vervangen Postcoderoosregeling door een subsidieregeling
Per 1 januari 2021 zal de Regeling verlaagd tarief in de energiebelasting, bekend als dePostcoderoosregeling, worden vervangen door een subsidieregeling. De Postcoderoosregeling voorziet in een verlaagd energiebelastingtarief in de eerste verbruiksschijf voor elektriciteit voor leden van een door de Belastingdienst aangewezen coöperatie die lokaal elektriciteit opwekt met hernieuwbare energiebronnen.

26. Verlengen verlaagd tarief openbare laadpalen
Het verlaagd tarief in de energiebelasting voor elektriciteit geleverd aan oplaadinstallaties voor elektrische voertuigen die beschikt over een zelfstandige aansluiting zal worden verlengd tot en met 2022. Dit betreft in de praktijk de openbare laadpalen.

27. Verlaagd tarief voor walstroominstallaties
Voor schepen wordt het aantrekkelijker om gebruik te maken van milieuvriendelijkere walstroom (in plaats van eigen generatoren) door verlaging van het tarief voor walstroom.

28. Uitzondering voor het leggen van elektronisch derdenbeslag door de Belastingdienst
Op 1 januari 2021 zou het verplicht elektronisch leggen van derdenbeslag, als een derde-beslagene bij de Koninklijke Beroepsorganisatie van Gerechtsdeurwaarders heeft aangegeven te kiezen voor deze wijze van beslaglegging, in werking treden. Voor de Belastingdienst is de genoemde inwerkingtredingsdatum van 1 januari 2021 onuitvoerbaar. De benodigde IV-voorzieningen zijn op die datum niet gereed voor het leggen van elektronisch derdenbeslag.

29. Fiscale behandeling tijdelijke overbruggingsregeling voor flexibele arbeidskrachten (TOFA)
De fiscale behandeling van de Tijdelijke overbruggingsregeling voor flexibele arbeidskrachten (TOFA) wordt wettelijk vastgelegd met terugwerkende kracht tot en met 1 januari 2020. De fiscale behandeling luidt als volgt:

  • de tegemoetkoming wordt behandeld als loon uit vroegere dienstbetrekking in de zin van de Wet op de loonbelasting 1964 (Wet LB 1964);
  • het UWV treedt als inhoudingsplichtige op; en
  • de loonheffingskorting wordt in beginsel standaard toegepast.

Heeft u nog vragen over een van deze onderwerpen, neem dan gerust contact met ons op.

Bron: https://www.nba.nl/

© Copyright 2013 - NAHV Accountants - Algemeene voorwaarden