Jouw accountant in Alphen aan den Rijn en Amsterdam

Verbeter uw BTW-positie in coronatijd

Veel ondernemers worden getroffen door het coronavirus. Er zijn een aantal opties die een BTW-ondernemer kan toepassen om zijn financiële positie in deze moeilijke tijden te verbeteren. Daarnaast zijn er voor de BTW een aantal aandachtspunten om rekening mee te houden.

BTW-aangifte in corona tijdperk

3 maanden bijzonder uitstel van betaling
In deze ongewone tijd gaan de BTW-aangiften ‘gewoon’ door. Een BTW-ondernemer is gehouden aan de BTW-aangifteplicht. Dat houdt in dat een BTW-aangifte tijdig, volledig en juist moet worden ingevuld, ook de BTW-aangifte van het eerste kwartaal in 2020.

Een BTW-ondernemer die zijn BTW-schuld niet kan voldoen kan om bijzonder uitstel van betaling verzoeken. Dit uitstel is in beginsel 3 maanden. Een verklaring van een derde is niet noodzakelijk bij een uitstel van betaling van 3 maanden; deze kan een BTW-ondernemer zelf indienen zonder dat daar aanvullende voorwaarden aan vast zitten.

Een aanvraag tot uitstel kan slechts worden gedaan, indien er een aanslag ligt waarop de aanvraag tot uitstel is gebaseerd. Dien een verzoek tot uitstel van betaling pas in op het moment dat er een aanslag ligt. Wordt een verzoek tot uitstel eerder ingediend dan de datum waarop de aanslag er ligt, dan moet er opnieuw een verzoek tot uitstel worden gedaan.

Wat gebeurt er als er uitstel wordt aangevraagd?
Met het online formulier op de Belastingdienstsite “Verzoek bijzonder uitstel van betaling voor 3 maanden” vraagt een BTW-ondernemer uitstel aan voor alle aanslagen inkomstenbelasting, vennootschapsbelasting, BTW en loonheffing voor een periode van 3 maanden.

Wanneer het formulier wordt ingestuurd worden alle bovengenoemde aanslagen en de invordering daarvan direct stilgelegd voor 3 maanden.

Boete en/of invorderingsrente?
De eventueel bijbehorende boete hoeft niet betaald te worden en de invorderingsrente is verlaagd van 4% naar 0,01%.

Een BTW-ondernemer logt in mijn zijn DigiD, vult de gegevens in van het bedrijf, inclusief het BSN-nummer van de persoon zelf of het RSIN-nummer van de vennootschap.

Wat als een BTW-ondernemer langer uitstel nodig heeft dan 3 maanden?
Een BTW-ondernemer die langer dan 3 maanden uitstel verlangt moet, indien de schuld lager is dan € 20.000, bewijsstukken aanleveren bij zijn verzoek. Uit het bewijs moet voortvloeien dat de omzetcijfers of de bestellingen en reserveringen aanzienlijk zijn gedaald in vergelijking met de afgelopen maanden. Wat precies “aanzienlijk” betekent in deze context is niet geheel bekend. Een BTW-ondernemer die van mening is dat deze omzetdaling betrekking heeft op hem wordt geadviseerd om het aan te vragen indien hij het nodig heeft. Heeft een BTW-ondernemer een belastingschuld van meer dan € 20.000, dan heeft de Belastingdienst een verklaring nodig van een derde-deskundige.

Geen melding betalingsonmacht meer nodig

Een BTW-ondernemer met een BV, die bestuursaansprakelijkheid wil voorkomen, moet normaliter tijdig een melding betalingsonmacht indienen bij de Belastingdienst. De ervaring leert dat een BTW-ondernemer, met een BV, die niet tijdig of geen melding betalingsonmacht indient, wordt geconfronteerd met bestuurdersaansprakelijkheid.

Het ministerie van Financiën heeft bekend gemaakt dat zij de melding van betalingsonmacht niet meer stellen als vereiste ter voorkoming van bestuurdersaansprakelijkheid in coronacrisistijden.

Een ondernemer hoeft de melding van betalingsonmacht niet meer afzonderlijk te doen als hij om uitstel van betaling in verband met corona gaat vragen voor loonheffingen en/of BTW van een rechtspersoon die onder de vennootschapsbelasting valt.

Dit voorbeeld is gegeven door het ministerie van Financiën:

“Een BV draagt de loonheffing over de maand februari 2020 in verband met de coronacrisis niet af. Op 24 april 2020 ontvangt de vennootschap de naheffingsaanslag. Hiervoor doet de BV een verzoek om bijzonder uitstel van betaling in verband met de coronacrisis. Deze wordt als melding betalingsonmacht aangemerkt. Niet alleen voor de komende tijdvakken, maar ook voor de maand februari is de melding tijdig.”

BTW terugvragen bij liquiditeitsproblemen

BTW-ondernemers die door de coronacrisis in liquiditeitsproblemen komen kunnen genoodzaakt zijn om de prestatie te annuleren, omdat deze door de gevolgen van de coronacrisis niet goed uitvoerbaar is. Daarbij stort de BTW-ondernemer het eerder door de klant betaalde bedrag (gedeeltelijk) terug. Om de BTW-gevolgen van annuleringen inzichtelijk te maken is van belang of de klant het volledige bedrag of een deel van het eerder betaalde bedrag terug krijgt, en/of de betaling kan worden aangemerkt als schadevergoeding.

Annulering: klant ontvangt volledige vergoeding terug
Aanvankelijk zal de BTW-ondernemer BTW verschuldigd zijn over de van een klant ontvangen betaling in verband met een boeking voor een te leveren goed of dienst. Krijgt de klant het volledige bedrag terug dan is de BTW-ondernemer de BTW niet langer verschuldigd. Als de BTW over de eerdere betaling nog niet is aangegeven en afgedragen bij de Belastingdienst, dan is dit eenvoudig op te lossen door de BTW die in verband met de annulering niet (langer) verschuldigd is niet aan te geven en af te dragen. Is de BTW inmiddels al in de BTW-aangifte aangegeven en afgedragen aan de Belastingdienst, dan kan de reeds betaalde BTW onder de volgende voorwaarden worden teruggevraagd:
De BTW-ondernemer reikt in verband met de annulering met terugbetaling een creditfactuur uit aan de afnemer. Wanneer de afnemer een ondernemer is dan moet de BTW-ondernemer die de BTW in verband met de annulering terugvraagt het mislopen van BTW-inkomsten door de Belastingdienst uitsluiten. Dit omdat het risico bestaat dat de afnemer de eerder in rekening gebrachte BTW in aftrek heeft gebracht of zal brengen. Een BTW-ondernemer kan aan deze voorwaarde voldoen door zijn afnemer bij uitreiking van de creditfactuur een verklaring te laten tekenen dat hij eerder teruggevraagde BTW terug betaalt aan de Belastingdienst.

Annulering: klant ontvangt deel van overeengekomen vergoeding terug
Als gevolg van de annulering kan de klant een deel van de overeengekomen vergoeding terugontvangen, zodat een deel van de vergoeding betaald blijft.

Voor het deel van de vergoeding dat de klant terug ontvangt, gelden dezelfde gevolgen als wanneer de klant de volledige vergoeding terug ontvangt, zodat de BTW-ondernemer voor dat deel geen BTW verschuldigd is en eerder afgedragen BTW onder de genoemde voorwaarden terug gevraagd wordt.

Schadevergoeding?
Het deel van de vergoeding dat de klant betaalt en niet terug ontvangt is niet belast met BTW voor zover dit deel als schadevergoeding wordt aangemerkt. In de rechtspraak is uitgewerkt wanneer van een schadevergoeding sprake is. Gebleken is dat wanneer deels is betaald en de prestatie vervolgens niet doorgaat zodat de BTW-ondernemer schade lijdt omdat hij in een andere situatie bij uitvoering van de prestatie de volledige vergoeding had ontvangen, dit indicaties zijn dat sprake is van een schadevergoeding. Een voorbeeld is de aanbetaling voor een pedicurebehandeling, waarbij de klant niet op komt dagen en doordat de tijd gereserveerd was geen andere boeking voor dat tijdstip aangenomen kon worden zodat de BTW-ondernemer schade lijdt. Hij ontvangt immers maar een deel van de vergoeding. Als de betaling als schadevergoeding wordt aangemerkt is de BTW-ondernemer geen BTW over de ontvangen vergoeding verschuldigd. Is de BTW inmiddels al afgedragen, dan kan de BTW-ondernemer de BTW terugvragen in het tijdvak waarin de annulering plaatsvindt.

Geen schadevergoeding
Uit rechtspraak blijkt ook dat wanneer het gehele bedrag betaald is en de prestatie vervolgens niet nagekomen wordt omdat de klant niet op komt dagen, dat niet van een schadevergoeding gesproken wordt maar dat de BTW gewoon door de BTW-ondernemer verschuldigd is. De BTW-ondernemer loopt geen inkomsten mis. De BTW-ondernemer heeft een prestatie verricht omdat de klant het recht heeft (gehad) op een goed of dienst van de BTW-ondernemer. In dat geval is de BTW-ondernemer BTW verschuldigd over de ontvangen vergoeding van de klant.

Uit rechtspraak blijkt dat van geval tot geval bepaald moet worden of sprake is van een schadevergoeding of niet, en dat de feitelijke omstandigheden daarbij bepalend zijn. Het is daarom raadzaam om een adviseur in te schakelen die samen met de BTW-ondernemer de specifieke situatie beoordeelt.

Klant betaalt gehele vergoeding
Ook hierbij geldt dat als de betaling als een schadevergoeding kan worden aangemerkt de BTW-ondernemer de BTW kan terug vragen. Omdat de gehele vergoeding betaald wordt en de ondernemer geen schade lijdt, lijkt het erop dat over de vergoeding BTW verschuldigd is. Maar op basis van de rechtspraak is in bepaalde situaties verdedigbaar dat geen prestatie wordt verricht, waardoor dus geen BTW verschuldigd is. Ook hierbij is weer van belang om op te merken dat de rechtspraak zeer casuïstisch is en dat het raadzaam is om voor een specifieke situatie een adviseur in te schakelen of om met de Belastingdienst e.e.a. af te stemmen. Wordt de prestatie uitgesteld, dan blijft de klant recht houden op een prestatie, zodat de BTW verschuldigd blijft.

Kortingen
Ook bij kortingen kan BTW door de BTW-ondernemer worden terug ontvangen. Op welke wijze de BTW weer wordt terug ontvangen, hangt er vanaf of de korting vooraf of achteraf verleend wordt.

Vooraf verleende korting
Korting die direct op de inkoopfactuur wordt vermeld, verlaagt het belastbaar bedrag waarover BTW verschuldigd is. Op de factuur resulteert dit in een BTW-berekening over de vergoeding verminderd met de korting, zodat gelijk het juiste BTW-bedrag verschuldigd is. Dit is het BTW-bedrag dat de BTW-ondernemer in zijn BTW-aangifte aangeeft en afdraagt aan de Belastingdienst.

Achteraf verleende korting
Bij een korting achteraf reikt de BTW-ondernemer als aanvulling op de oorspronkelijke factuur een creditfactuur aan de afnemer uit met daarop een negatief (BTW-)bedrag. Ook in deze situatie moet de BTW-ondernemer het risico dat de afnemer de BTW in aftrek brengt uitsluiten. Is de afnemer een particulier dan is er geen risico. Is de afnemer een ondernemer of rechtspersoon dan is het raadzaam om de afnemer bij uitreiking van de creditfactuur een verklaring te laten tekenen dat de afnemer de te veel terug gevraagde BTW aan de Belastingdienst terug betaalt. De BTW-ondernemer vraagt de BTW terug in de BTW-aangifte van het tijdvak waarin de creditfactuur is uitgereikt.

Oninbare vorderingen
Is sprake van een oninbare vordering, dan is de BTW eerder al afgedragen. De BTW-ondernemer vraagt deze BTW terug op het moment dat de vordering oninbaar wordt. Dat is uiterlijk het moment waarop één jaar na het opeisbaar worden van de factuur is verstreken. De factuur wordt opeisbaar na afloop van de betalingstermijn, en wanneer geen betalingstermijn is vermeld dan geldt de wettelijke betalingstermijn 30 dagen. In bepaalde gevallen kan eerder worden aangetoond dat de afnemer niet zal betalen, bijvoorbeeld ingeval van faillissement. De BTW kan dan eerder terug worden gevraagd.

Vraag de BTW terug door een negatieve omzet en negatief BTW-bedrag bij vraag 1a/1b van de BTW-aangifte in te vullen. Vraag de BTW tijdig terug, namelijk in het tijdvak waarin de éénjaarstermijn is verstreken. Is de BTW-aangifte over het betreffende tijdvak al ingediend, vraag de BTW dan via een BTW-suppletie terug.

Terugvragen buitenlandse BTW

Als een Nederlandse BTW-ondernemer in 2019 of in het 1e kwartaal 2020 in een ander EU-land BTW heeft betaald kan deze BTW vaak teruggevraagd worden. Het teruggaafverzoek over 2019 moet vóór 1 oktober 2020 ingediend zijn bij de Belastingdienst. Een te laat binnengekomen verzoek, wordt niet meer in behandeling genomen. Maar waarom zou u wachten? Het verzoek om teruggaaf kan nu al ingediend worden, om zo sneller de buitenlandse BTW terug te krijgen.

Om buitenlandse BTW terug te kunnen vragen moet voldoen worden aan een aantal voorwaarden:

  • De BTW-ondernemer is in Nederland gevestigd;
  • In het betreffende EU-land is geen BTW-aangifte gedaan;
  • De goederen en diensten uit het andere EU-land worden voor BTW belastbare prestaties gebruikt.

Er kan geen BTW worden teruggevraagd, indien geen sprake is van een BTW-ondernemer, enkel vrijgestelde prestaties worden verricht of sprake is van ontheffing van administratieve verplichtingen zoals bij de nieuwe KOR.

Teruggaafverzoek indienen bij de Belastingdienst
De in de EU betaalde buitenlandse BTW kan teruggevraagd worden door een verzoek in te dienen bij de Belastingdienst. Daarvoor zijn inlogcodes nodig. Als de inlogcodes nog niet aanwezig zijn, vraag deze dan zo snel mogelijk aan. Binnen vier weken verstrekt de Belastingdienst de inloggegevens. Ook wij kunnen de buitenlandse BTW voor u terugvragen.

Drempelbedragen BTW binnen de EU
Het terugvragen van de in een ander EU-land betaalde BTW kan, bij een teruggaafverzoek over 2019, al voor een BTW bedrag van minimaal € 50. Het BTW-bedrag moet minimaal € 400 zijn als het gaat om een verzoek over het 1e kwartaal 2020. Komt het BTW-bedrag onder deze drempels, dan is het aan het betreffende EU-land of uw verzoek wel of niet in behandeling wordt genomen.

Tijdig verzoek
Tip! Wacht niet tot eind september met het teruggaafverzoek voor buitenlandse BTW. Vraag het direct terug!

BTW-gevolgen bij uitgifte vouchers of kortingsbonnen

Door de coronacrisis worden vele evenementen en reizen afgezegd. Om niet in acute liquiditeitsproblemen te komen, kan een BTW-ondernemer overwegen om een tegoedbon in de vorm van vouchers en kortingsbonnen uit te geven.

Onderscheid voucher en kortingsbon
Van belang is dat wordt bepaald of sprake is van een voucher of kortingsbon voor de BTW. Het verschil tussen beide is dat een voucher inwisselbaar is zonder bijbetaling, en dat bij inwisseling van een kortingsbon een bijbetaling nodig is.

Voucher
De uitgegeven voucher moet een volwaardige vervanging van het goed of de dienst zijn. Zo kan de voucher recht geven op levering van een zelfde of vergelijkbare dienst op een later moment. Momenteel wordt in de luchtvaart veel gebruik gemaakt van vouchers.

Een voucher mag alleen worden gebruikt met instemming van de klant. Zo heeft de Europees Commissaris van Transport laten weten dat luchtvaarmaatschappijen de passagiers het bedrag van de geannuleerde vlucht terug moeten betalen als zij geen voucher accepteren. De vraag is wel of dit daadwerkelijk door luchtvaarmaatschappijen wordt nageleefd en gehandhaafd wordt. De KLM heeft al laten weten de uitspraak van de Europees Commissaris te negeren.

Voucher enkelvoudig gebruik
Bij een voucher voor enkelvoudig gebruik is op het moment van uitgifte duidelijk of in de toekomst een product belast met 9% BTW of een product belast met 21% BTW aangeschaft kan worden, zodat de BTW over de betaling direct met BTW belast is. De oorspronkelijke BTW die over de betaling van de klant is berekend blijft verschuldigd.

Voucher meervoudig gebruik
Bij een voucher voor meervoudig gebruik is op het moment van uitgifte van de voucher niet duidelijk welk BTW-tarief van toepassing is, omdat met de voucher zowel een product belast met 9% BTW als een product belast met 21% BTW aangeschaft kan worden. De BTW is daardoor verschuldigd op het moment dat de voucher wordt ingewisseld voor een goed of dienst zodat duidelijk is welk BTW-tarief van toepassing is. De oorspronkelijke BTW op de betaling van de klant wordt niet aangegeven, en wordt teruggevraagd als deze al was aangegeven.

Omdat uitgifte van een voucher voor meervoudig gebruik een liquiditeitsvoordeel oplevert ten opzichte van een voucher voor enkelvoudig gebruik, is het voordeliger een voucher voor meervoudig gebruik uit te geven. Geef daarom een voucher uit waarmee zowel producten belast met 9% BTW als producten belast met 21% BTW kunnen worden aangeschaft.

Kortingsbon
Bij uitgifte van een kortingsbon is BTW verschuldigd over het door de klant betaalde bedrag. Dit is het bedrag dat de klant heeft betaald voor de levering of dienst die de ondernemer nu niet kan uitvoeren in verband met de coronacrisis, en waardoor de BTW-ondernemer besluit een kortingsbon uit te geven. De kortingsbon is inwisselbaar tegen een zelfde product als waar eerder (deels) voor betaald is, of eventueel een ander product. Op het moment van verzilvering van de kortingsbon is BTW verschuldigd over de bijbetaling.

BTW gevolgen bij factureringsstop

Vanwege de coronacrisis kiezen ondernemers er wel eens voor om de facturering wat betreft huur, abonnementen of managementvergoedingen tijdelijk stop te zetten waarbij wordt afgesproken dat de bedragen alsnog gefactureerd worden op het moment dat de afnemer uit haar financiële moeilijkheden is gekomen. Op deze manier wordt beoogd de financiële situatie van de afnemer te versterken.

Een tijdelijke factureringsstop bij het doorlopen van een overeengekomen prestatie wordt beschouwd als uitstel van betaling, waarvoor wel facturen uitgereikt moeten worden en waarvoor BTW afgedragen moet worden.

Uitstel van de facturering heeft niet tot gevolg dat de BTW ook later mag worden aangegeven en afgedragen. De prestatie is immers al verricht, en de factuur moet tijdig na het verrichten van de prestatie worden uitgereikt. Dat wil zeggen, uiterlijk de vijftiende dag van de maand volgende op de maand waarin de prestatie is verricht. Op het moment dat gefactureerd had moeten worden is ook de BTW verschuldigd. Een alternatief is om wel te factureren, maar vervolgens uitstel van betaling te verlenen voor het bedrag van de factuur exclusief de BTW.

Aanbieden van digitale diensten en/of goederen

Vanwege de coronacrisis bieden ondernemers steeds vaker digitale diensten aan, zoals online sportinstructies of andere creatieve initiatieven.

In welk land wordt BTW geheven?
Een BTW-ondernemer die een elektronische dienst verricht aan een andere BTW-ondernemer in een andere EU-lidstaat verlegt de BTW-heffing naar de BTW-ondernemer die de elektronische dienst afneemt. Zo geldt het BTW-tarief in de EU-lidstaat van de afnemer. Een BTW-ondernemer die een elektronische dienst verricht aan een particulier in een andere EU-lidstaat moet zich registreren in de andere EU-lidstaat en aldaar de BTW afdragen.

De One-Stop-Shop-regeling
Praktisch gezien houdt de regeling in dat een BTW-ondernemer een BTW-aangifte indient in het webportaal met daarop vermeld een opgave van de elektronische diensten die hij heeft verricht aan consumenten in het buitenland. Daarnaast moet de verschuldigde BTW over deze diensten berekend en afgedragen worden aan de Nederlandse Belastingdienst. De Nederlandse Belastingdienst zorgt voor uitbetaling van de BTW aan de diverse lidstaten.

Is de omzet van de elektronische dienst aan particulieren in een kalenderjaar en in het voorgaande kalenderjaar niet meer dan € 10.000? Dan is Nederlandse BTW verschuldigd.

E-books?
Sinds 1 januari 2020 geldt het verlaagde BTW-tarief voor digitale boeken. Bij de beoordeling of een e-book kwalificeert als zijnde een digitale versie van een boek, moet worden aangesloten bij de kenmerken die een fysiek boek bevat. Er is nog veel onduidelijkheid over het toepassen van het verlaagde BTW-tarief op digitale publicaties aangezien het in sommige gevallen moeilijk te bepalen is of een digitaal boek een digitale versie betreft van een fysiek boek. Een BTW-ondernemer die voornemens is om e-books aan te bieden wordt geadviseerd om dit middels een goed BTW-technisch onderbouwde brief voor te stellen aan de Belastingdienst indien er onduidelijkheid bestaat in zijn specifieke situatie.

BTW-nadeel voor BTW-ondernemers
die vrijgestelde prestaties verrichten

BTW-ondernemers die vrijgestelde prestaties leveren, zoals zorginstellingen, onderwijsinstellingen en andere instellingen die vrijgestelde prestaties verrichten, mogen slechts BTW aftrekken voor het gedeelte dat zij wel belaste prestaties verrichten, zoals bij de exploitatie van een horecagelegenheid in een zorginstelling. Deze aftrek wordt pro-rata aftrek genoemd.

De pro-rata aftrek houdt in dat er wordt gekeken hoeveel procent van de behaalde omzet uit belaste prestaties bestaat. Vervolgens mag de BTW-ondernemer dat percentage gebruiken bij de berekening van de totale aftrekbare BTW op kosten die niet direct toerekenbaar zijn aan BTW belaste of BTW vrijgestelde omzet.

Heeft een zorginstelling bijvoorbeeld 20% van de totale omzet behaald met de horecagelegenheid en is € 10.000 BTW betaald op de algemene kosten, dan mag de zorginstelling € 2.000 BTW op de algemene kosten in aftrek brengen. Aangezien de horecagelegenheid als gevolg van de coronacrisis gesloten moet worden, heeft de zorginstelling niet langer recht op aftrek van BTW op de algemene kosten.

Het fiscale voordeel door exploitatie van de horecagelegenheid valt dus weg naar aanleiding van de gedwongen sluiting.

Problemen bij nieuwbouw
Een ander probleem wordt gevormd op het moment dat een ondernemer met BTW vrijgestelde prestaties bij de bouw van een onroerend goed de pro-rata aftrek heeft toegepast op de bouwkosten. Het is namelijk vereist dat het recht op pro-rata aftrek gedurende 9 boekjaren na de eerste ingebruikname van de nieuwbouw wordt uitgeoefend. Indien het recht op pro-rata aftrek vervalt of niet meer uitgeoefend kan worden door de gedwongen sluiting van de horecagelegenheid heeft dit als gevolg dat de BTW die in voorgaande jaren is afgetrokken door middel van een herziening deels terugbetaald moet worden aan de Belastingdienst.

Problemen bij verhuur
Een zorginstelling of een andere vrijgestelde instelling verhuurt hun ruimten mogelijk aan andere BTW-ondernemers. Indien voor deze huur BTW wordt betaald voorziet dit deel van de inkomsten in het recht op pro-rata aftrek van de algemene kosten van de instelling. Verhuur behoort immers tot een belaste prestatie indien hiervoor geopteerd wordt.

BTW-ondernemers kiezen er geregeld voor om niet meer of minder uit te factureren ten aanzien van hun huurders om zo de financiële positie te versterken van de huurders. De BTW belaste omzet daalt hiermee waardoor er minder of geen recht op pro-rata aftrek bestaat.

Een advies voor vrijgestelde instellingen die te maken hebben met BTW belaste verhuur van hun ruimten: breng de huursom wel in rekening, maar tref wel een betalingsregeling met de huurder. Zo blijft de vrijgestelde instelling recht hebben op pro-rata aftrek van hun algemene kosten.

Het kabinet heeft aangegeven dat zij er alles aan doen om zo min mogelijk schade op te bouwen voor BTW-ondernemers. Hopelijk worden de zorginstellingen, de instellingen die we nu zo hard nodig hebben, niet de dupe van de gedwongen sluiting van horecagelegenheden.

BTW-vrijstelling bij telefonisch of digitaal consult

Per telefoon (of langs elektronische weg) verrichte medische diensten zijn vrijgesteld van BTW indien de gezondheidskundige dienst rechtstreeks wordt verricht aan de individuele patiënt, waarvan sprake is als er rechtstreeks contact is tussen de (BIG) gekwalificeerde medische beroepsbeoefenaar en de patiënt.

BTW-vrij uitlenen van zorgpersoneel

De uitleen van zorgpersoneel blijft in de periode vanaf 16 maart tot 16 juni 2020 buiten de heffing van BTW. Het maakt daarbij niet uit wie de uitlener is. Wel gelden er enkele voorwaarden om te verzekeren dat het BTW-voordeel van deze goedkeuring ook daadwerkelijk bij de zorginstelling of zorgverlener terecht komt.

Dit zijn de volgende cumulatieve voorwaarden:

  • De inlener moet een zorginstelling of zorginrichting zijn die de BTW-vrijstelling toepast;
  • De uitlener mag alleen de brutoloonkosten in rekening brengen aan de inlener, eventueel verhoogd met een kostenvergoeding van maximaal 5% en
  • Er mag met deze uitleen geen winst worden beoogd of gemaakt.

Deze maatregel heeft geen invloed op de aftrek van voorbelasting van de uitlener. Dit betekent bijvoorbeeld dat een uitlener die normaal gesproken voor de BTW belaste prestaties levert en daardoor de inkoop-BTW kan aftrekken, hij deze inkoop-BTW ook nu kan blijven aftrekken.

Gratis verstrekken van medische hulpmiddelen
aan zorginstellingen

Voor de gratis verstrekking van medische hulpmiddelen aan zorginstellingen, zorginrichtingen en huisartsen hoeft in de periode vanaf 16 maart tot 16 juni 2020 geen BTW betaald te worden. Daarnaast hebben dit soort verstrekkingen geen gevolgen voor de aftrek van de inkoop-BTW van deze verstrekker. Hierdoor kan bijvoorbeeld een ondernemer die normaal gesproken voor de BTW belaste prestaties levert en daardoor de inkoop-BTW kan aftrekken, deze inkoop-BTW ook in deze situatie blijven aftrekken. De aftrek van de inkoop-BTW op kosten van de gratis medische hulpmiddelen wordt bepaald op basis van de reguliere bedrijfsactiviteiten van de ondernemer. De gratis verstrekking van de hulpmiddelen wordt hier niet als reguliere bedrijfsactiviteit beschouwd.

Verlaagd BTW-tarief sportscholen

Veel sportscholen en dergelijke ondernemers bieden in deze periode waarin mensen zoveel mogelijk thuis moeten blijven online sportlessen aan. Goedgekeurd is dat het BTW-tarief van 9% dat geldt voor het aanbieden van een sportaccommodatie voor actieve sportbeoefening ook geldt voor de situatie dat deze sportlessen online aangeboden worden.

Overdrachtsbelasting als gevolg van het coronavirus

Indien een in Nederland gelegen vastgoed wordt verworven wordt hier overdrachtsbelasting over geheven. De overdrachtsbelasting kent verschillende vrijstellingen. Een ondernemer die situaties meemaakt zoals het omzetten van een eenmanszaak in een BV, het aangaan van een maatschap of vennootschap onder firma, het creëren van een holdingstructuur, het verplaatsen van vastgoed binnen een bestaande groepsstructuur, of het fuseren van vennootschappen, komt in aanmerking voor een overdrachtsbelastingvrijstelling.

Een van de voorwaarde is hierbij de “voortzettingseis” dat inhoudt dat de ondernemingsactiviteiten gedurende tenminste 3 jaren worden voortgezet na herstructurering of omzetting. Stopt een ondernemer binnen 3 jaren na de herstructurering of omzetting zijn ondernemingsactiviteiten, vanwege bijvoorbeeld een faillissement, dan moet er alsnog overdrachtsbelasting worden betaald.

Er is geen bepaling opgenomen die een corona-gerelateerd geval beschrijft, een geval waarin buiten de macht van de ondernemer de ondernemingsactiviteiten gestaakt moeten worden.

Enige coulance zou op zijn plaats zijn, maar vooralsnog is hier niets voor geregeld.

Ook in roerige tijden staan wij voor u klaar

In deze bijzondere tijd mag u van ons ook 100% BTW advies verwachten. Take care, en wij staan zoals altijd graag voor u klaar!

Bron: https://www.fiscaalconsult.nl/

© Copyright 2013 - NAHV Accountants - Algemeene voorwaarden