Jouw accountant in Alphen aan den Rijn en Amsterdam

Vermogen op de bank en negatieve rente

De huidige lage rentestanden zijn een geschenk voor wie geld nodig heeft. Heeft u als ondernemer echter met hard werken kapitaal vergaard dan wordt de andere kant van de medaille zichtbaar, namelijk negatieve rente over grotere banktegoeden. Hoe kunt u negatieve rente vermijden en waarop moet u letten?

NEGATIEVE RENTE… WAT NU?
Hoe vaak dacht u – net als vrijwel iedereen – de laatste jaren niet dat de rente nu “echt” op het laagst mogelijke niveau was beland? Met het stijgen van de risico’s in de markt door allerhande soorten crisis namen de interventies op de kapitaalmarkt echter toe en bleken de rentes nog verder te kunnen dalen. De banken moesten zelfs rente betalen om kapitaal te stallen bij de centrale banken en/of de “veilige landen” en daarmee kwamen ook de rentevergoedingen over kapitaal onder druk te staan. Zodanig dat nu zelfs “negatieve rente” over tegoeden een feit is. Steeds meer mkb-ondernemers worstelen als gevolg van de ontwikkelingen met de vraag hoe de negatieve rente over spaartegoeden van privé en/of de onderneming kan worden voorkomen.

SPREIDING VAN TEGOEDEN
Het eerste antwoord op deze vraag dat mogelijk bij u opkomt is: het spreiden van het kapitaal over meerdere banken. Meerdere rekeningen bij dezelfde bank kunnen negatieve rente over uw tegoed niet voorkomen. Werkt het spreiden van kapitaal over meerdere banken dan wel? Helaas blijkt ook spreiding over meerdere banken in de praktijk niet altijd afdoende.
Wanneer het spreiden over meerdere banken niet het gewenste resultaat biedt, kunt u nog denken aan spreiding over meerdere rekeninghouders. Een andere optie zou kunnen zijn om het kapitaal te spreiden over privé en de BV door onderling te lenen of kapitaal te storten/uit te keren. Maar dan komt het fiscale aspect om de hoek kijken.

SPREIDING TUSSEN PRIVÉ EN DE BV
Ondernemers die geconfronteerd worden met negatieve rente op privé banktegoeden kunnen kiezen voor een bekende route, namelijk kapitaal in de BV storten en vervolgens de BV dit geld op haar rekening laten zetten. Een toegankelijke manier hiervoor is het storten van (informeel) kapitaal in de eigen (holding)vennootschap. Een dergelijke actie zal u vooral bekend voorkomen, omdat deze ook wel is gebruikt om de box 3 heffing te vermijden. Let wel dat een gang langs de notaris nodig is om het kapitaal zonder inkomstenbelasting weer “uit de BV” te krijgen.

Als u echter de omgekeerde weg bewandelt en dus vermogen verplaatst van de BV naar privé, dan kan dit u een heffing in box 2 opleveren.

  • Kan de Belastingdienst hard maken dat de verhuizing van het kapitaal als winstuitkering (zogenoemd verkapt dividend) te zien is, dan bent u in 2020 in totaal 26,25% (namelijk 15% dividendbelasting plus aanvullend 11,25 % inkomstenbelasting) box 2 heffing over dat uitgekeerde vermogen verschuldigd. In 2021 stijgt dit percentage naar 26,9% .
  • Wanneer in 2023 de aangekondigde grens van €500.000 voor schulden bij de “eigen BV” in werking treedt, hoeft de Belastingdienst overigens niet meer aan te tonen dat er sprake is van dividend, voor zover de schuldpositie van een ondernemer bij de eigen BV boven deze grens komt. Dat werk verricht de wet dan. Houdt u hier dus rekening mee als uw schuld aan de eigen BV momenteel meer bedraagt dan dit grensbedrag.

SPREIDING TUSSEN DE BV’S
Spreiding van banktegoed tussen de groepsmaatschappijen van uw bedrijf is ook een optie. Hoewel u hierbij geen heffing in box 2 hoeft te vrezen is hier toch ook sprake van een fiscaal aandachtspunt, namelijk dat van de zakelijkheid van de transactie.

  • Wanneer u kapitaal overdraagt van de ene BV naar de andere binnen de groep is het raadzaam om de zakelijkheid van de transactie in het oog te houden. Deze opmerking geldt in mindere mate voor het geval waarin kapitaal wordt verschoven binnen een holdingstructuur. In die situatie zal de fiscale kwalificatie als storting of winstuitkering via de holdingmaatschappij in de ruime meerderheid van de mkb-gevallen belastingvrij plaatsvinden.
  • Spreidt u het kapitaal door het verstrekken van een lening tussen (zuster)maatschappijen dan is het allereerst van belang dat u om een zakelijke reden heeft voor de lening zelf en zullen in de tweede plaats ook de voorwaarden van de lening zakelijk moeten zijn. Een lening om “klaar te staan” voor toekomstige investeringen kan bijvoorbeeld gelden als zakelijk. Welke rente daarbij hoort zal afhangen van de overige omstandigheden, zoals de verstrekte zekerheden en het aflossingsschema. De omstandigheden bepalen wat de risico-opslag bovenop de “risicovrije rentevoet” zal zijn. Besef ook dat de rente invloed heeft op de zelfstandige winst van de (groeps-)maatschappijen.

LEG UW TRANSACTIE SCHRIFTELIJK VAST
Tot slot geven wij u graag het advies mee om de transactie waarmee u uw tegoeden spreidt schriftelijk vast te leggen. Dit geldt voor het storten van kapitaal, de leningsovereenkomst, maar ook voor het directiebesluit om het kapitaal te spreiden.

Heeft u nog vragen over dit onderwerp, neem dan gerust contact met ons op.

Bron: https://www2.deloitte.com/

© Copyright 2013 - NAHV Accountants - Algemeene voorwaarden