Jouw accountant in Alphen aan den Rijn en Amsterdam

Brief aan Tweede Kamer over belastingherziening

De Staatssecretaris van Financiën heeft op 19 juni 2015 een brief aan de Tweede Kamer gestuurd waarin hij ingaat op de hoofdlijnen van de aangekondigde belastingherziening.

Belastingherziening

Op 19 juni 2015, heeft de Staatssecretaris van Financiën namens het kabinet een brief gestuurd aan de Tweede Kamer over de reeds eerder aangekondigde belastingherziening. In deze brief gaat de staatssecretaris in op de contouren van de wijzigingen in de belastingwetgeving die het kabinet voor het komende jaar (2016) en de periode daarna wil doorvoeren. De plannen van het kabinet zijn onder te verdelen in twee categorieën:
1. plannen die het kabinet daadwerkelijk gaat uitwerken;
2. plannen die nog onderwerp van onderhandeling zijn.

1. Plannen die het kabinet daadwerkelijk gaat uitwerken

Aanpassingen in de tarieven, toeslagen en heffingskortingen
Het kabinet verwacht financiële ruimte op de begroting te hebben ter grootte van circa € 5 mld. Dit bedrag wordt aangewend om de lasten op arbeid te verlichten. In dat kader gaat het kabinet de volgende maatregelen uitwerken:

  • een verhoging van de inkomensafhankelijke combinatiekorting en de kinderopvangtoeslag;
  • een gericht loonkostenvoordeel om het voor werkgevers aantrekkelijker te maken mensen met lage inkomens aan te nemen;
  • een verhoging van de arbeidskorting voor inkomens tot ongeveer € 50.000;
  • een verlaging van de tarieven in de tweede en derde schijf van de loon- en inkomstenbelasting met circa 2%-punt (van 42% naar 40%);
  • een verhoging van het aangrijpingspunt van het toptarief, waardoor mensen pas vanaf een hoger inkomen het tarief van 52% gaan betalen;
  • volledige afbouw van de algemene heffingskorting.

Aanpassing van box 3
Het kabinet wil de vermogensrendementsheffing in box 3 aanpassen. Het plan is om per vermogenscategorie (spaargeld, effecten, vastgoed) een forfaitair rendement te bepalen, gebaseerd en periodiek aangepast op basis van de in de markt gerealiseerde rendementen voor de betreffende categorie. Dit forfaitaire rendement wordt belast tegen het huidige tarief van 30%. Het kabinet onderzoekt tevens de mogelijkheid om een tegenbewijsregeling in te voeren.

Aanpak belastingontwijkingsmogelijkheden
In lijn met de op 12 november 2014 aangenomen motie van de Tweede Kamerleden Groot en Bashir wil het kabinet belastingontwijking door DGA’s tegengaan, door de huidige antimisbruikbepalingen voor emigrerende aanmerkelijkbelanghouders aan te scherpen.

Autobelastingen
De autobelastingen worden vereenvoudigd. Het kabinet heeft de Tweede Kamer hierover geïnformeerd in de Autobrief II. Aan de beleidsvoornemens voor de periode 2017-2020 met betrekking tot de autobelastingen besteden wij aandacht in een afzonderlijk bericht.

Vereenvoudiging van het belastingstelsel
Ten slotte wil het kabinet het formele belastingrecht wijzigen. Zij wil dat het formele recht pas aan de orde komt bij een daadwerkelijk geschil. Ook het belastingstelsel zelf zal verder worden vereenvoudigd. Hetzelfde geldt voor het financieringssysteem van de kinderopvangtoeslag.
 
Commentaar
Het bovenstaande pakket is het ‘zoet’ van een belastingherziening. De ervaring wijst uit dat zonder ‘zoet’ een belastingherziening niet uitvoerbaar is. Daarvoor is dus dit ‘smeergeld’ van € 5 mld. noodzakelijk. Het kabinet verwacht kennelijk geen problemen in het parlement, want deze voorstellen worden direct in een wetsvoorstel opgenomen en op Prinsjesdag 2015 bij de Tweede Kamer ingediend. Anders dan de hierna opgenomen voorstellen, wordt er dus in deze fase niet over onderhandeld. Maar dat kan straks natuurlijk anders komen te liggen tijdens de parlementaire behandeling.

Meest kenmerkend van de voorstellen is dat ze vooral de werkende bevolking ten goede komen. Oftewel, arbeid wordt goedkoper. Vanuit economisch perspectief is dat gunstig. Dat geldt vooral voor de verhoging van de arbeidskorting: de commissie Van Dijkhuizen heeft een dergelijke maatregel ook voorgesteld.

Een zeer opvallende maatregel is de afschaffing van de algemene heffingskorting (circa € 2.000 per jaar) die voor iedereen geldt. Deze wordt momenteel bij hogere inkomens al afgebouwd of afgetopt, maar gaat nu dus helemaal teniet. Dat levert overigens niet veel vereenvoudiging op. Een deel ervan wordt stellig gecompenseerd door de verlaging van het tarief in de tweede en derde schijf. Als geheel ligt het in de rede dat de niet-werkenden met dit pakket er minder gunstig uitspringen dan werkenden.

Verder trekt de aanpassing van het systeem van box 3 de aandacht. Ook op dit punt volgt het kabinet de commissie Van Dijkhuizen vergaand. Het lijkt ons echter niet verstandig om het voortschrijdende jaarlijkse rendement te koppelen aan verschillende vermogenssoorten. Dat maakt het systeem ingewikkelder, vooral ook omdat beleggingen vaak niet eenduidig zijn te kwalificeren. Bovendien zit het overgrote deel van het box 3-vermogen in spaargeld en is deze box budgettair niet van heel groot belang. Overigens wijst het kabinet het meest juiste systeem – het belasten van reële vermogensinkomsten – ons inziens ten onrechte af, omdat dit te ingewikkeld zou zijn.
 

2. Plannen die onderwerp van onderhandeling zijn

Omzetbelasting
Het belangrijkste plan dat nog in onderhandeling is met diverse andere politieke partijen, is een harmonisatie van de btw-tarieven. Concreet betekent dit dat het kabinet toepassing van het verlaagde btw-tarief van 6% wil beperken tot voedingsmiddelen. Alle overige producten en diensten gaan dan onder het reguliere btw-tarief van 21% vallen. De opbrengst van deze maatregel zal volledig worden teruggesluisd naar de belastingbetaler door een verlaging van de loon- en inkomstenbelasting.

Vennootschapsbelasting
Het kabinet ziet mogelijkheden om de fiscale behandeling van eigen en vreemd vermogen meer gelijk te trekken, met name door de aftrek van de verschuldigde rente op vreemd vermogen te beperken. Met de opbrengst van deze maatregelen zou het vennootschapsbelastingtarief kunnen worden verlaagd. Randvoorwaarde bij de uitwerking is wel dat een goed vestigingsklimaat behouden moet blijven.

Gemeentelijke belastingen
Het kabinet denkt na over de mogelijkheid om op gemeentelijk niveau een OZB-gebruikersheffing en een ingezetenenheffing in te voeren, om ervoor te zorgen dat op decentraal niveau meer belasting kan worden geïnd. Met de opbrengst zou de belasting op arbeid verder kunnen worden verlaagd. Mogelijk wordt een aantal kleinere gemeentelijke belastingen afgeschaft.

Vervolg
Het kabinet streeft ernaar al op Prinsjesdag 2015 een voorstel klaar te hebben, maar wil geen fiscale plannen invoeren waarvoor brede politieke steun ontbreekt.
 
Commentaar
De staatssecretaris zet stevig in. Wat ons betreft terecht, maar wel riskant, zeker in de huidige politieke constellatie. De verhoging van het btw-tarief in ruil voor een lagere belastingdruk op arbeid lijkt lood om oud ijzer, maar dat is niet juist. Belastingen op arbeid zijn namelijk economisch veel verstorender dan belastingen op consumptie. Bovendien drukt de btw niet op exportgoederen en loonbelasting wel, want die is in de prijzen verdisconteerd. De richting is dus wat ons betreft een goede. Maar het is wel duidelijk dat vele branches hier niet blij mee zijn; zij zijn bang voor een omzetdaling. Ons inziens realiseren zij zich te weinig dat als gevolg van de belastingherziening niet alleen de prijzen stijgen, maar ook de netto-inkomens hoger worden. Een voordeel van de operatie is verder dat de btw eenvoudiger wordt doordat veel minder discussie zal bestaan over tarieftoepassing; dit leidt ook tot een verminderde administratieve last voor ondernemers. Vergelijkbare tendensen zien we overigens in andere landen. Ook daar wil men steeds meer af van het lage btw-tarief. Een lastig punt is het grensstreekprobleem. Daarover zou bij voorkeur wel afstemming moeten plaatsvinden met onze buurlanden. Tot slot lijkt het ons niet verstandig de operatie in één jaar door te voeren. Een btw-stijging met 15%-punt ineens is (veel) te grof en ook niet noodzakelijk. Het risico is dan reëel dat daadwerkelijk economische schade ontstaat.

Een tweede thema betreft de gelijke behandeling van eigen en vreemd vermogen. Dat is een opvallende kwestie omdat het al jaren lang stil is op dat terrein, terwijl een fundamentele oplossing zeer wenselijk is. Het is mooi dat Wiebes dit oppakt. Vraag is alleen hoe, want daarover laat hij zich niet uit. Duidelijk is wel dat de aftrekbaarheid van rente substantieel wordt beperkt. Wij zijn overigens van mening dat een gelijke behandeling van eigen en vreemd vermogen ook goed geëffectueerd kan worden door zowel eigen als vreemd vermogen deels in aftrek te brengen op de winst. Dit kan redelijk budgettair neutraal plaatsvinden en leidt tot vergaande gelijke behandeling.

Het derde belangrijke thema betreft de forse uitbreiding van de heffingen door de gemeenten. Daarmee gaan we meer in de pas lopen met andere landen. Verder past het ook bij de ontwikkeling waarbij steeds meer taken bij de gemeenten worden neergelegd. De gedachte is dat wat de lagere overheden meer mogen heffen, het Rijk minder mag heffen. De voorgestelde heffingen grijpen aan bij onroerend goed en bij het zijn van ingezetene in een gemeente (ook wel aangeduid als kopgeld).

Wij zijn niet direct voorstander van deze operatie: het is een vrij inefficiënt systeem elke gemeente zelf belasting te laten innen in plaats van een centrale inning door de rijksoverheid. Verder is het de vraag of op gemeentelijk niveau voldoende kwaliteit aanwezig is om verantwoord belasting te heffen. Als men de lokale belastingen wil verhogen, zou dat beter kunnen door een opslag op de loon- en inkomstenbelasting in te voeren (vergelijkbaar met opcenten in de motorrijtuigenbelasting) die dan wordt afgestaan aan de gemeente waar de belastingplichtige woont. Een dergelijk systeem passen onze zuiderburen bijvoorbeeld toe.

Al met al: we zullen moeten afwachten hoe dit zich gaat ontwikkelen. Vele lobbygroepen zullen zich in het Haagsche circuit gaan melden, om nog maar niet te spreken van wensen van de (gedogende) oppositiepartijen die het kabinet aan een meerderheid moeten helpen. We zijn benieuwd. De hoofdrichting van de voorstellen is wat ons betreft in elk geval goed.

 

Bron: http://www2.deloitte.com/nl/nl/pages/tax/articles/brief-aan-tweede-kamer-over-belastingherziening.html

© Copyright 2013 - NAHV Accountants - Algemeene voorwaarden