Jouw accountant in Alphen aan den Rijn en Amsterdam

Details van de NOW 2.0 regeling

De regeling voor NOW 2.0 is bekendgemaakt. In grote lijnen is de regeling zoals aangekondigd. De tekst van de regeling geeft wel inzicht in belangrijke details en verschillen met de voorgaande regeling. Wij informeren u hieronder over NOW voor de tweede termijn. Aanvragen hiervoor kunnen worden gedaan van 6 juli tot en met 31 augustus 2020.

DATA EN REFERENTIEPERIODEN
De NOW-2 is een tegemoetkoming in de loonkosten voor de periode juni tot en met september 2020. Het aanvraagtijdvak voor NOW-2 loopt van 6 juli tot en met 31 augustus 2020.

Ook voor NOW 2.0 moet de omzetdaling ten minste 20% zijn. De omzetdaling wordt vastgesteld over een viermaandsperiode die start op 1 juni, 1 juli of 1 augustus. Als voor de tweede keer een beroep wordt gedaan op NOW moet de viermaandsperiode aansluiten op de gekozen driemaandsperiode voor NOW 1.0. De referentiemaand voor de loonsom is maart (peildatum 15 mei) van dit jaar.

Als er geen loonsom is voor maart 2020, wordt uitgegaan van de loonsom van november 2019. Bij de definitieve vaststelling van de subsidie wordt de loonsom (van maart) vergeleken met de loonsom van 1 juni tot en met 30 september 2020.

Bij een lagere gemiddelde loonsom in de subsidieperiode wordt een vermindering op de uiteindelijke NOW-subsidie toegepast. De opslag op de loonsom voor werkgeverslasten bedraagt 40%.

Termijnen voor aanvraag tot vaststelling subsidie
De vaststelling van NOW-2 moet worden aangevraagd binnen 24 weken na 15 november 2020. Als een accountantsverklaring is vereist geldt een termijn van 38 weken na deze datum. Als is gekozen voor de omzetperiode die start op 1 augustus gelden de termijnen van 24 respectievelijk 38 weken na afloop van die omzetperiode (30 november). 

De vaststelling van NOW-1 kan worden aangevraagd vanaf 7 oktober 2020. Anders dan eerder was aangekondigd, geldt dit óók voor werkgevers die ook NOW-2 aanvragen. De vaststelling voor beide termijnen hoeven niet gelijktijdig te worden aangevraagd.

VASTSTELLING OMZETDALING: OVERNAMES EN VERKOOP
De hoofdregel voor de vaststelling van het omzetverlies is dat de omzet van de gekozen viermaandsperiode wordt vergeleken met een derde van de jaaromzet van 2019. Bij een groep of concern moet het omzetverlies in principe op het niveau van het concern worden vastgesteld. (Pas als op concernniveau geen 20% omzetverlies wordt gehaald, kan mogelijk NOW worden aangevraagd op basis van het omzetverlies van een individuele werkmaatschappij, waarbij extra voorwaarden gelden.) Voor de bepaling van de groepssamenstelling is de samenstelling op 1 juni 2020 bepalend. Voor NOW-1 was dat de samenstelling van de groep op 1 maart 2020.

In NOW-1 bestond een alternatieve omzetbepaling voor startende ondernemingen en later ook voor de situatie dat een concern een overname had gedaan waarbij sprake was van overgang van onderneming. Deze bepalingen gelden ook voor NOW-2.

Overgang van onderneming
In NOW-2 blijft de keuzemogelijkheid van een alternatieve omzetbepaling voor overgang van onderneming bestaan. Voor de omzetvergelijking wordt dan gekeken naar de omzet over de periode vanaf de eerste volledige kalendermaand vanaf de overgang tot en met 29 februari 2020, omgerekend naar vier maanden. De einddatum voor deze referentieperiode blijft dus 29 februari 2020, dit wordt niet verlengd voor NOW-2.

Verkoop van concernonderdelen
Voor NOW-2 is een aparte omzetbepaling in de regeling gekomen voor de situatie dat onderdelen of activiteiten binnen het concern zijn afgestoten.

Als een werkgever in de periode van 2 januari 2019 tot en met 1 februari 2020 een onderdeel of activiteit heeft afgestoten, dan moet voor de omzetvergelijking worden gekeken naar de omzet vanaf de eerste volledige kalendermaand vanaf de afstoting van het (laatst afgestoten) onderdeel of de (laatst afgestoten) activiteit tot en met 29 februari 2020, omgerekend naar vier maanden.

Als er sprake is van een afstoting/verkoop vanaf 2 februari 2020 geldt de hoofdregel en moet als referentieomzet een derde van de omzet over 2019 worden gehanteerd.

VERPLICHTINGEN EN VERMINDERING VAN SUBSIDIE BIJ GROTERE ONTSLAGAANVRAGEN
Op het aanvraagformulier voor NOW-2 moeten bedrijven zich ertoe committeren dat zij, als de Wet melding collectief ontslag (WMCO) van toepassing is, gedurende een periode van (maximaal) vier weken zullen overleggen met de vakbonden (of bij gebreke daarvan een andere vertegenwoordiging van werknemers) over de voorgenomen ontslagen en de ontslagaanvraag niet eerder in te dienen dan vier weken nadat de WMCO-melding aan UWV en de betreffende vakbonden is gedaan. Dit geldt voor WMCO-meldingen in de periode van 30 mei tot en met 30 september 2020.

Vermindering van de totale NOW-2 subsidie
Bij grotere aanvragen van bedrijfseconomisch ontslag kan de NOW-subsidie worden verminderd. Het totale subsidiebedrag wordt met 5% verminderd als:

  • de werkgever in de periode van 30 mei 2020 tot en met 30 september 2020 één of meerdere meldingen als bedoeld in de WMCO doet; én
  • gedurende het subsidietijdvak voor 20 of meer werknemers in een werkgebied van de WMCO ontslag om bedrijfseconomische redenen aanvraagt.

Voor de vermindering van het subsidiebedrag is niet vereist dat de aanvragen voor bedrijfseconomisch ontslag voortvloeien uit de WMCO-melding; bovenstaande voorwaarden worden los van elkaar beoordeeld.

De vermindering wordt niet toegepast als de werkgever met de betreffende vakbonden (of bij gebreke daarvan een andere vertegenwoordiging van werknemers), over iedere WMCO-melding een akkoord heeft bereikt over de noodzaak van het aantal te vervallen arbeidsplaatsen. Als geen akkoord is bereikt, wordt de vermindering ook niet toegepast als de partijen gezamenlijk de Stichting van de Arbeid hebben verzocht te beoordelen of het voorgestelde aantal te vervallen arbeidsplaatsen noodzakelijk is en de werkgever dit verzoek aan de Stichting van de Arbeid niet heeft ingetrokken.

Beoordeling van ontslagaanvragen door UWV
Bij een aanvraag voor bedrijfseconomisch ontslag beoordeelt het UWV de bedrijfseconomische noodzaak voor ontslag. In verband hiermee zal de werkgever aannemelijk moeten maken dat de NOW-subsidie of een andere steunmaatregel in zijn geval geen voor de hand liggende oplossing is geweest. Op dit laatste punt zal het UWV wel terughoudend toetsten.

Alleen als er overeenstemming is bereikt met de vakbonden over de (aantallen) ontslagen en dit uit een schriftelijke verklaring van de betreffende vakbonden blijkt, toetst UWV de bedrijfseconomische noodzaak voor ontslag in principe niet.

ACCOUNTANTSVERKLARING
Voor NOW-2 gelden dezelfde grenzen als voor NOW-1 voor de eis van een accountantsverklaring bij de vaststellingsaanvraag. Een accountantsverklaring is vereist wanneer het voorschot van 80% van de subsidie 100.000 euro of meer bedraagt én wanneer het uiteindelijke subsidiebedrag 125.000 euro of meer bedraagt. Een accountantsverklaring is altijd vereist als een werkmaatschappij NOW aanvraagt op basis van het eigen omzetverlies (in plaats van het omzetverlies op concernniveau). De accountantsverklaring behelst de naleving van de subsidievoorwaarden.

Verklaring derde deskundige
Voor bedrijven met een subsidiebedrag onder de grens van een accountantsverklaring is een verklaring van een derde deskundige vereist als het voorschot 20.000 euro of meer bedraagt én als de uiteindelijke subsidie 25.000 euro of meer bedraagt. Voor de verklaring van de derde deskundige stelt de Minister een standaardformulier beschikbaar waarmee de omzetdaling kan worden bevestigd. De Minister wijst nog aan welke deskundige derden een verklaring kunnen afgeven. Als voorbeelden van derde deskundigen heeft de Minister eerder een administratiekantoor, financieel dienstverlener of brancheorganisatie genoemd.

DOCUMENTATIE VASTSTELLINGSAANVRAAG
Bij de vaststellingsaanvraag van NOW-2 moeten in ieder geval de volgende stukken worden meegestuurd:

  • de definitieve omzetdaling en documentatie en informatie waaruit dit blijkt;
  • een verklaring waaruit blijkt of in de periode van 2 januari 2019 tot en met 1 februari 2020 onderdelen of activiteiten zijn afgestoten;
  • de accountantsverklaring of verklaring van een derde deskundige als deze is vereist;
  • een verklaring dat is voldaan aan de (algemene) verplichtingen voor aanvragers van NOW en de verplichtingen in verband met het dividend- en bonusverbod.

Ook geldt bij de vaststellingsaanvraag het volgende:

  • Als wordt verzocht om toepassing van NOW op basis van het omzetverlies van de werkmaatschappij, moeten de stukken worden meegestuurd waaruit blijkt dat voldaan is aan de aanvullende voorwaarden die hiervoor gelden, voorzien van een verklaring van een accountant, waaruit dit blijkt.
  • Bij de vaststellingsaanvraag maakt de werkgever kenbaar of voldaan is aan de voorwaarden voor de 5% vermindering van de subsidie; en zo ja, of is voldaan aan de voorwaarden om deze vermindering te voorkomen, voorzien van de stukken waaruit dit blijkt.

INSPANNINGSVERPLICHTING SCHOLING
Een nieuwe voorwaarde voor NOW-2, die is gericht op het voorkomen van werkloosheid, is de verplichting voor de werkgever om werknemers te stimuleren deel te nemen aan een ontwikkeladvies of scholing. Werkgevers moeten bij de aanvraag van NOW-2 verklaren aan deze inspanningsverplichting te zullen voldoen.

De wezenlijke veranderingen die de samenleving en de economie op dit moment ondergaan vragen om andere bedrijfsmodellen en een andere inzet van mensen. Voor werknemers die nu minder uren kunnen werken is het zinvol om zich voor te bereiden op een andere manier van werken of op ander werk.

Werkgevers kunnen de aandacht hiervoor inpassen in het bestaande scholingsbeleid in hun onderneming of bespreken met de ondernemingsraad of personeelsvertegenwoordiging. Daarnaast kunnen zij wijzen op het belang van scholing en ontwikkeling tijdens individuele personeelsgesprekken. Ook kunnen werkgevers hun werknemers middelen verschaffen via bijvoorbeeld O&O-fondsen. Het crisispakket scholing ‘NL leert door’ voorziet ook in middelen. De scholing zelf is geen onderdeel van de NOW-2, de inspanningsverplichting is dat wel.

VERBOD OP HET UITKEREN VAN DIVIDEND, BONUS EN INKOOP EIGEN AANDELEN
Zoals aangekondigd geldt voor NOW-2 een dividend- en bonusverbod over 2020. De verplichtingen, die hieronder staan uitgewerkt, gelden tot en met de aandeelhoudersvergadering waarin de jaarrekening wordt vastgesteld in 2021.

Als bedrijven een gebroken boekjaar hanteren geldt het dividend- en bonusverbod voor het boekjaar waarin de maanden juni, juli, augustus en september 2020 vallen. Als er twee boekjaren in die periode vallen, geldt het verbod voor beide boekjaren.

Omzetverlies op concernniveau
Als uw concern als geheel 20% of meer omzetverlies heeft, moeten vennootschappen die een beroep willen doen op NOW-2 deze aanvragen op basis van het omzetverlies op concernniveau. In deze situatie geldt alleen voor de vennootschappen die een beroep doen op NOW-2 een verbod op:

  • het uitkeren van dividenden aan aandeelhouders (ook aan aandeelhouders binnen de groep);
  • het uitkeren van bonussen aan de Raad van Bestuur; aan het bestuur en directie van het groepshoofd of de moedermaatschappij; en aan het bestuur en de directie van de eigen vennootschap;
  • de inkoop van eigen aandelen. 

Bovenstaande verboden gelden dus niet voor de vennootschappen binnen het concern die geen NOW aanvragen (als deze er zijn). Deze vennootschappen mogen wel dividend uitkeren aan hun aandeelhouders en bonussen uitkeren aan bestuur en directie.

Omzetverlies op werkmaatschappijniveau
Alleen als uw concern als geheel geen 20% omzetverlies heeft, maar individuele werkmaatschappijen binnen uw concern wel, dan kunnen deze werkmaatschappijen NOW aanvragen op basis van hun eigen omzetverlies. Hierbij gelden wel strengere voorwaarden. Zo geldt in deze situatie voor zowel de vennootschappen die NOW aanvragen als voor het concern, de groep of de moedermaatschappij een verbod op: 

  • het uitkeren van dividenden aan aandeelhouders;
  • het uitkeren van bonussen aan de Raad van Bestuur; aan bestuur en directie van het groepshoofd of de moedermaatschappij; en aan bestuur en directie van de eigen vennootschap;
  • de inkoop van eigen aandelen.

De reikwijdte van het dividend- en bonusverbod is in deze situatie dus een stuk breder dan wanneer op basis van omzetverlies op concernniveau NOW-2 wordt aangevraagd. De reden voor de bredere reikwijdte van het dividend- en bonusverbod in deze situatie is dat het concern of de moedermaatschappij hier een beroep doet op bijzondere solidariteit van de overheid, terwijl de groep als geheel geen 20% omzetverlies heeft.

Verklaring groepshoofd of moedermaatschappij
Bij NOW-2 op basis van het omzetverlies op werkmaatschappijniveau moet het groepshoofd of de moedermaatschappij uitdrukkelijk verklaren zich aan het dividend- en bonusverbod te houden. De aanvragende rechtspersoon moet voorafgaand aan de NOW-aanvraag over deze verklaring van het groepshoofd of de moedermaatschappij beschikken.

Heeft u nog vragen over dit onderwerp, neem dan gerust contact met ons op.

Bron: https://www.pwc.nl/

© Copyright 2013 - NAHV Accountants - Algemeene voorwaarden