Jouw accountant in Alphen aan den Rijn en Amsterdam

Minimumloon bij overeenkomst van opdracht

De Eerste Kamer gaat zich in februari buigen over het wetsvoorstel dat een wettelijk minimumloon moet regelen voor mensen die werken op basis van een overeenkomst van opdracht (OVO). De wetswijziging moet ‘oneigenlijk gebruik’ van de OVO tegengaan en oneerlijke concurrentie op arbeidsvoorwaarden voorkomen.

Begin oktober 2013 is de Tweede Kamer akkoord gegaan met het wetsvoorstel dat ervoor moet zorgen dat het wettelijk minimumloon ook van toepassing is op overeenkomsten van opdracht. U las in het bericht ‘Minimumloon straks ook voor opdrachtnemers’ al meer over deze wetswijziging. Deze wijziging van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag is nu naar de Eerste Kamer en de behandeling ervan staat voor 18 februari op de agenda.

Wetsvoorstel moet oneigenlijke concurrentie voorkomen

Als iemand geen arbeidsovereenkomst krijgt, maar wel voor uw onderneming aan de slag gaat, zijn er twee varianten, namelijk:

  • overeenkomst tot aanneming van werk;
  • overeenkomst van opdracht.

Bij een overeenkomst tot aanneming van werk gaat het om werk dat van ‘stoffelijke aard’ is, zoals een gebouw of drukwerk. Dit zijn zelfstandigen zonder personeel (zzp’ers) die als ondernemer werken en ingeschreven staan bij de Kamer van Koophandel. Voor hen gaat het minimumloon niet gelden. Draait het niet om arbeid die tot iets van stoffelijke aard leidt, maar om het verrichten van diensten, dan is het afspreken van een overeenkomst van opdracht een optie. Door de wetswijziging gaat het wettelijk minimumloon ook gelden voor personen met zo’n OVO. Hierdoor wordt ‘misbruik’ van de OVO tegengegaan, bijvoorbeeld als een werkgever iemand met een OVO aan het werk zet om zo minder dan het minimumloon te hoeven betalen, en oneigenlijke concurrentie op arbeidsvoorwaarden voorkomen.

© Copyright 2013 - NAHV Accountants - Algemeene voorwaarden