Jouw accountant in Alphen aan den Rijn en Amsterdam

Steun- en herstelpakket banen en economie uitgebreid

Het kabinet heeft op 28 augustus 2020 een nieuw steun- en herstelpakket ontvouwd om de financiële impact van de coronacrisis op te vangen. Het pakket bestaat uit drie pijlers. De eerste is het continueren van steun waar dat nodig is, de tweede draait om het stimuleren van investeringen waar dat kan, terwijl de derde pijler voorziet in budget voor structurele aanpassingen aan de nieuwe economische realiteit. In dit kader worden veel van de bestaande maatregelen verlengd tot in 2021, zij het geleidelijk onder striktere voorwaarden. Inmiddels is duidelijk geworden dat de economische situatie verder is verslechterd. Daarom zijn op 27 oktober 2020 enkele aanvullende maatregelen bekendgemaakt.

VERLENGING NOW-REGELING (NOW 3)
De NOW-regeling wordt per 1 oktober 2020 met drie keer drie maanden verlengd tot halverwege 2021, waarbij de voorwaarden per tranche zullen worden aangescherpt. In het eerste tijdvak (1 oktober 2020 – 31 december 2020) is een verwacht omzetverlies van ten minste 20% nog voldoende om voor de loonkostensubsidie in aanmerking te komen. In het tweede tijdvak (1 januari 2021 – 31 maart 2021) en derde tijdvak (1 april 2021 – 30 juni 2021) is een verwacht omzetverlies van ten minste 30% vereist.

Ook de omvang de tegemoetkoming wordt geleidelijk afgebouwd. Het vergoedingspercentage in het eerste tijdvak (1 oktober 2020 – 31 december 2020) bedraagt nog 90%, waarvan 80% rechtstreeks wordt uitgekeerd aan de aanvragers, terwijl 10% wordt besteed aan scholing en werk-naar-werk trajecten. In het tweede tijdvak (1 januari 2021 – 31 maart 2021) wordt het vergoedingspercentage verlaagd naar 70%, terwijl dit in het derde tijdvak (1 april 2021 – 30 juni 2021) nog 60% bedraagt. Waar de maximale vergoeding per werknemer gedurende de eerste twee tijdvakken nog tweemaal het dagloon is (maximaal € 9.538 per maand), daalt die in het derde tijdvak naar één keer het dagloon. De forfaitaire opslag voor werkgeverslasten blijft 40%.

Tegenover deze beperkingen staat dat bedrijven meer mogelijkheden krijgen om hun bedrijfsvoering structureel aan te passen. In dat kader mag de loonsom beperkt worden verlaagd, zonder dat dit gevolgen heeft voor de uiteindelijke vaststelling van de hoogte van de subsidie. Deze ruimte loopt op van 10% van de loonsom in het eerste tijdvak, naar 15% in het tweede tijdvak, tot uiteindelijk 20% in het derde tijdvak. Naar verwachting zal het aanvraagtijdvak voor de eerste tranche van NOW 3 op 16 november 2020 worden geopend.

Verder heeft het kabinet aangegeven dat de herziening van de WW-premie ingevolge de Wet arbeidsmarkt in balans (WAB), als werknemers met een flexibel contract meer dan 30% hebben overgewerkt (30%-herzieningssituatie), ook volgend jaar wordt opgeschort. Dit omdat de coronacrisis in bepaalde sectoren naar verwachting ook in 2021 veel overwerk zal meebrengen.

TEGEMOETKOMING VASTE LASTEN MKB (TVL)
Ondernemers kunnen ook na 1 oktober 2020 in aanmerking komen voor een belastingvrije tegemoetkoming om hun vaste lasten te kunnen betalen (TVL). Waar deze tegemoetkoming aanvankelijk alleen bedoeld was voor de zwaarst getroffen sectoren, heeft het kabinet deze beperking voor wat betreft het vierde kwartaal van 2020 losgelaten. Alleen financiële instellingen blijven uitgezonderd. De TVL-regeling wordt in totaal met drie keer drie maanden verlengd tot halverwege 2021. De hoogte van de tegemoetkoming hangt af van de omvang van het bedrijf, de vaste lasten en de omzetderving. In het eerste tijdvak (1 oktober 2020 – 31 december 2020) dient het omzetverlies ten minste 30% bedragen. In het tweede tijdvak (1 januari 2021 – 31 maart 2021) bedraagt de vereiste omzetderving minimaal 40%, terwijl dit percentage in het derde tijdvak (1 april 2021 – 30 juni 2021) verder oploopt naar 45%. Uitgangspunt is dat maximaal 50% van de vaste kosten wordt vergoed. De maximumvergoeding wordt verhoogd naar € 90.000 per drie maanden.

Specifiek voor horecaondernemers wordt aan de TVL een eenmalige subsidie in verband met voorraad- en aanpassingskosten toegevoegd. Deze subsidie bedraagt circa 2,75% van de gederfde omzet en komt bovenop het maximumbedrag van € 90.000. Ook voor de evenementenbranche wordt eenmalig een module aan de TVL toegevoegd. Deze moet nog worden uitgewerkt. De TVL wordt uitgevoerd door de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO).

INKOMENSONDERSTEUNING ZELFSTANDIGE ONDERNEMERS (TOZO)
Zelfstandige ondernemers, waaronder ZZP’ers, kunnen bij hun gemeente door middel van een versnelde procedure inkomensondersteuning krijgen. Deze zogenoemde TOZO-regeling vult het inkomen aan tot het sociaal minimum en hoeft niet te worden terugbetaald. Het kabinet heeft aangekondigd dat de regeling wordt verlengd tot 1 juli 2021. Oorspronkelijk zou per 1 oktober 2020 wel een beperkte vermogenstoets worden geïntroduceerd. Ondernemers die beschikken over meer dan € 46.520 aan direct beschikbare geldmiddelen (zoals contant geld, bank- en spaartegoeden, aandelen, obligaties en opties) zouden dan niet meer in aanmerking komen voor TOZO. In verband met de verslechterende economische situatie heeft het kabinet echter besloten om deze vermogenstoets uit te stellen tot 1 april 2021.

BELASTING- EN INVORDERINGSRENTE
Per 23 maart 2020 is de invorderingsrente voor alle belastingschulden tijdelijk verlaagd naar 0,01%. Oorspronkelijk zou het verlaagde percentage gelden tot 1 oktober 2020, maar het kabinet heeft besloten om deze termijn te verlengen tot 31 december 2021, zodat ondernemers zo min mogelijk met rentekosten worden geconfronteerd bij het aflossen van de opgebouwde belastingschulden.

De verlaging van het percentage van de belastingrente wordt daarentegen niet gecontinueerd, omdat de wetgever van mening is dat belastingplichtigen geprikkeld moeten worden om tijdig aangifte te doen. Voor alle belastingsoorten geldt per 1 oktober 2020 een belastingrentepercentage van 4%, dus ook voor de vennootschapsbelasting waarbij voorheen 8% belastingrente in rekening werd gebracht. Deze versoepeling geldt tot en met 31 december 2021.

UITSTEL VAN BETALING
Bedrijven die als gevolg van de coronacrisis in betalingsmoeilijkheden zijn geraakt, kunnen nog tot en met 31 december 2020 verzoeken om uitstel van betaling te verlenen of eerder verleend uitstel te verlengen. Verlengd uitstel ziet op nieuwe betalingsverplichtingen die opkomen na afloop van het kortdurende uitstel. Het verleende uitstel eindigt in alle gevallen per 1 januari 2021.

Vanaf 1 juli 2021 is het de bedoeling dat ondernemers de opgebouwde belastingschulden over een periode van 36 maanden in gelijke maandelijkse termijnen gaan aflossen. Dit is een aanzienlijke versoepeling ten opzichte van de eerder voorgestelde regeling, die voorzag in terugbetaling in 24 maanden ingaande 1 januari 2021. De belastingdienst zal te zijner tijd een gedetailleerde betalingsregeling voorstellen. Daarbij hoeft geen zekerheid te worden gesteld. Ook zullen belastingteruggaven in principe niet worden verrekend met belastingschulden die onder de aflossingsregeling vallen.

Het oorspronkelijke idee om tot een maatwerkoplossing per sector te komen is losgelaten. Als een ondernemer niet in staat is om de opgebouwde belastingschuld binnen 36 maanden af te lossen, zal op individueel niveau maatwerk worden geleverd.

Heeft u nog vragen over dit onderwerp, neem dan gerust contact met ons op.

Bron: https://www2.deloitte.com/

© Copyright 2013 - NAHV Accountants - Algemeene voorwaarden