Jouw accountant in Alphen aan den Rijn en Amsterdam

Te late deponering kan ondernemer nog lang achtervolgen

Niet tijdig deponeren van de jaarrekening is een economisch delict. Deponeert uw cliënt te laat, dan kan dat voor hem op een boete uitdraaien en een strafblad. Allebei hoogst vervelend, maar het venijn zit in het strafblad dat lang doorwerkt. Want wordt de ondernemer gevraagd om een Verklaring omtrent het gedrag inzake rechtspersonen (VOG RP) of een Gedragsverklaring aanbesteden (GVA), dan kan hij het met een strafblad wel schudden dat hij deze verklaringen krijgt.

De jaarlijkse verplichting om de publicatieversie van de jaarrekening te deponeren bij het Handelsregister nemen lang niet alle ondernemers even serieus, terwijl dit wel degelijk gevolgen kan hebben. Een van de consequenties van dat niet tijdig deponeren is dat in het geval de vennootschap failliet gaat, de bestuurders in een ongunstige positie terechtkomen ten opzichte van de curator vanwege bestuurdersaansprakelijkheid. Een andere consequentie is dat de rechtspersoon strafbaar is.

Economisch delict

Het niet-tijdig deponeren van de jaarrekening is een economisch delict. Een afdeling bij de Belastingdienst, de Unit Ordening in Hoofddorp, is actief op het gebied van het opsporen van vennootschappen die niet aan hun publicatieverplichtingen hebben voldaan. De medewerkers van deze unit kunnen proces-verbaal opmaken en dat vervolgens aan het Openbaar Ministerie toesturen. Soms worden de zaken op een zitting gebracht en ook worden er aan de betrokken rechtspersonen strafbeschikkingen opgelegd door het Openbaar Ministerie. Meestal is sprake van een boete, die in hoogte kan variëren. Het betreft hier een geldboete van de vierde categorie (maximaal € 20.250).

Strafblad!

Wat ondernemers zich vaak niet realiseren, is dat de veroordeling voor een economisch delict, zoals een boete wegens te late deponering van de jaarrekening, voor die rechtspersoon een strafblad oplevert. Dat strafblad speelt een rol bij allerlei integriteitsbeoordelingen, bijvoorbeeld op grond van de Wet Bibob*. Deze wet is relevant bij vergunningen, subsidies, aanbestedingen en vastgoedtransacties.

Het strafblad is relevant bij de verklaringen die ondernemers soms nodig hebben. Te weten: de verklaring omtrent het gedrag inzake rechtspersonen (VOG RP) en de Gedragsverklaring aanbesteden (GVA). Deze verklaringen worden afgegeven door de Dienst Justis van het ministerie van Veiligheid & Justitie; het ministerie dat ook verantwoordelijk is voor de Wet controle op rechtspersonen. Naar aanleiding van een aanvraag beoordeelt de Dienst Justis of eventuele strafbare feiten relevant zijn ten opzichte van het doel waarvoor de VOG RP is aangevraagd. Daarbij wordt in het algemeen vier jaar teruggekeken. De wijze van beoordeling hangt af van het doel van de aanvraag van de VOG RP.

GVA

Op grond van de Aanbestedingswet 2012 kan een aanbestedende dienst vragen om een om een Gedragsverklaring aanbesteden (GVA). Als de GVA wordt afgegeven, staat daar in dat er naar het oordeel van de minister geen bezwaren bestaan tegen de rechtspersoon in verband met de inschrijving op overheidsopdrachten. Bij de beoordeling speelt mee of er voorwaardelijke of onvoorwaardelijke geldboetes zijn opgelegd, als de gezamenlijke waarde € 35.000 of meer bedraagt. Ook hier wordt vier jaar teruggekeken.

Ondernemers die hun jaarrekening te laat deponeren, moeten beseffen dat ze niet alleen met een geldboete geconfronteerd kunnen worden. De strafbeschikking of veroordeling kan ook gevolgen hebben voor integriteitsbeoordelingen zoals hiervoor beschreven. Adviseurs doen er daarom goed aan de betrokken ondernemers daarop te wijzen.

Ellen Timmer, advocaat te Capelle aan den IJssel, Pellicaan Advocaten

* De Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur.

 

Bron: www.accountancynieuws.nl

© Copyright 2013 - NAHV Accountants - Algemeene voorwaarden