Jouw accountant in Alphen aan den Rijn en Amsterdam

Verlaagd btw-tarief omhoog van 6% naar 9% in 2019

In het op 10 oktober 2017 gesloten regeerakkoord is bekend geworden dat in 2019 het verlaagde btw-tarief van thans 6% wordt verhoogd tot 9%. Met de begrote opbrengst wordt o.a. een verlaging van de inkomstenbelasting gefinancierd.

Goederen en diensten waarvoor de tariefsverhoging geldt
Het verlaagde btw-tarief is in Nederland van toepassing op een scala van goederen en diensten. De verhoging kan dus effect hebben op de prijsstelling van verschillende goederen en diensten. Zonder daarbij volledigheid na te streven, noemen wij in het bijzonder:

  • Eten en drinken
  • Geneesmiddelen, verbandmiddelen en diverse medische hulpmiddelen
  • Kunstvoorwerpen
  • Boeken
  • Bloemen, planten en boomkwekerijproducten
  • Het gelegenheid geven tot sportbeoefening
  • Diensten van de fietsenmaker, schoenmaker, kleermaker en kappers
  • Het schilderen en stukadoren van woningen en het aanbrengen van op energiebesparing gericht isolatiemateriaal aan vloeren, muren en daken. Beiden wanneer dit plaatsvindt na meer dan twee jaren na het tijdstip van eerste ingebruikneming
  • Personenvervoer
  • Hotelovernachtingen en het verhuren van een campingplaats
  • Restaurantdiensten
  • Het verlenen van toegang tot circussen, dierentuinen, musea en muziek- en toneeluitvoeringen, bioscopen, sportwedstrijden en attractieparken
  • Het verrichten van schoonmaakwerkzaamheden binnen woningen

Praktische gevolgen voor ondernemers
Voor u als ondernemer zijn de praktische gevolgen dat u met ingang van, naar wij aannemen, 1 januari 2019 mogelijk uw prijzen zult moeten aanpassen en ervoor zult moeten zorgen dat de tariefswijziging en overgangsregeling tijdig en op de juiste wijze in uw ERP-systeem is verwerkt.

Maar hoe gaat u om met een prestatie die vóór 1 januari 2019 is verricht, maar die u na 1 januari 2019 factureert of andersom: hoe gaat u om met een prestatie die u na 1 januari 2019 verricht, maar waarvoor u al een betaling heeft ontvangen/ontvangt vóór 1 januari 2019?

Moment btw-betaling
Normaal gesproken bepaalt u het btw-tarief op het moment dat u de btw verschuldigd bent. Dit is het moment waarop u de factuur uitreikt of had moeten uitreiken of indien er geen factureringsverplichting is (bijvoorbeeld bij prestaties aan consumenten) het moment waarop u de goederenlevering of de dienst verricht. In geval van vooruitbetalingen bent u op het moment van de ontvangst van de betaling btw verschuldigd.

Bij de vorige tariefsverhoging, die van het algemene tarief van 19% naar 21% in 2012, was voorzien in een toelichting, waarin verduidelijkt werd dat het btw-tarief van toepassing is dat geldt op het moment dat u een prestatie daadwerkelijk verricht. Wij verwachten dat er eenzelfde toelichting zal komen voor deze verhoging van het verlaagde tarief. Wanneer u dan bijvoorbeeld een prestatie verricht vóór 1 januari 2019 maar hiervoor factureert op of na 1 januari 2019 geldt het tarief van 6%. Andersom geldt dat wanneer er is vooruitbetaald voor een prestatie vóór 1 januari 2019 en op of na 1 januari 2019 de prestatie wordt verricht, u alsnog 3% btw extra dient af te dragen.

Wel of niet doorberekenen?
Op grond van art. 52 Wet OB 1968 kunt u de btw die u extra verschuldigd bent aan uw afnemer doorberekenen, ongeacht of het eventueel afgesloten contract daar in voorziet. Of dat vanuit commercieel oogpunt wenselijk is, is uiteraard maar de vraag.

Heeft u nog vragen over dit onderwerp, neem dan gerust contact met ons op.

Bron: Deloitte

© Copyright 2013 - NAHV Accountants - Algemeene voorwaarden